Onderzoek toont aan dat veel managers weinig openstaan voor echte vernieuwing. Onbekend maakt immers onbemind. In dat licht is het des te vreemder, dat diezelfde managers hun (externe) adviseurs aansturen met briefings waarin ‘out-of-the-box’ denken en doen ten zeerste wordt aangemoedigd. Bij die aansporing ben je als creatief denker op je hoede. Want hoewel opdrachtgevers creatieven inhuren voor nieuwe en creatieve ideeën, is het bekend dat de meest opzienbarende creatieve voorstellen het eerst sneuvelen. ‘Een ontzettend goed idee, maar dit is voor ons een brug te ver’. Of: ‘nee, hier zijn wij nog niet aan toe’, doen opdrachtgevers het vriendelijk af.
Out-of-the-box-creativiteit afwijzen is overigens van alle tijden.
In 1913 bracht Igor Stravinsky voor het eerst zijn nieuwe compositie Le Sacre du Printemps ten gehore in Parijs. Tot dat moment, waren de meeste muziekstukken voor ballet voorzien van traditionele muziek. Sierlijk en harmonieus. Maar dit stuk was anders! Stravinsky had opzettelijk onharmonische notities erin verwerkt en daar moesten de Parijse oortjes even aan wennen. Nog voor de eerste pauze stond de hele zaal op z’n kop en moest de politie fel protesterende bezoekers tot rust manen. Ontdaan door de reacties van het publiek, vluchtte Stravinsky het theater uit.
De geschiedenis leert dat het zo gek nog niet was wat hij gecomponeerd had. Het was gewoon even wennen. Het was nieuw. Of beter gezegd: vernieuwend. Net zoals het altijd ‘even wennen’ is wanneer je een nieuwe creatie aan je opdrachtgevers voorlegt. Creatief werk wordt namelijk altijd gekenmerkt door ‘het element van nieuwheid’. Creatief werk wijkt altijd af van de status quo. Het moet zich namelijk nog bewijzen. Wie durft?