Het is wetenschappelijk bewezen dat knuffelen een positieve invloed heeft op onze gezondheid. Als je iemand een welgemeende omhelzing of oprechte aai over de bol geeft, maken zowel jouw hersenen als die van de ontvanger de stofjes dopamine en endorfine aan. Deze zogenaamde neurotransmitters doen ons direct beter voelen, nemen pijntjes weg en geven ons humeur een positieve ‘boost’.
Dat wetende, is het vreemd dat de gemiddelde mens – en daartoe reken ik ook mijzelf – dagelijks zo weinig knuffelt. Oké, ik zal niet zeggen dat ik nooit knuffels geef en ontvang, maar om nu te beweren dat ik de hele dag de Grote Knuffelbeer ben voor mijn omgeving… nee, dat niet. Helemaal niet erg. Wat niet is, kan nog komen, toch?
Bovendien blijkt, dat je die lekkere stofjes ook op tal van andere manieren kunt vrijmaken in je hersenpan. Gewoon door aandacht te geven aan de mensen in je omgeving. Naar ze te luisteren.
Echt tijd voor ze te nemen. We noemen dat ook wel Kwalitatieve Aanwezigheid. Ik noem het Geestelijk Knuffelen!
Ik geef een voorbeeld: een mevrouw komt een bakkers- annex koffiezaak binnen. Het is een regenachtige dag. De vrouw oogt moe. Een beetje eenzaam ook. En ze is behoorlijk nat geregend.
Nu komt het dopamine-endorfine-momentje: de eigenaar stapt achter zijn toonbank vandaan en spreekt haar persoonlijk aan. Hij vraagt of hij haar blij kan maken met een lekker kopje koffie. Of hij haar natte jas op de kapstok bij de verwarming mag hangen. En als hij haar het kopje koffie serveert, presenteert hij de plaatselijke lekkernij erbij. Van het huis, zegt hij. Kijk, zo kan je ook knuffelen. En elke dag is er wel een momentje dat het kan. Op je gezondheid!
Carl Schipper / Formatie Schipper
Creatief- en conceptdenker